maandag 28 juli 2025

Frater Elephas en zijn beste kettertje


'Twee geloven op een kussen, daar slaapt de duivel tussen'. Maar ook al waren ze niet met elkaar getrouwd hun persoonlijke relatie en wetenschappelijke samenwerking was uitstekend. En wat zouden ze een mooi echtpaar zijn geweest, dacht ik, terwijl ik de jongste uitgave van de stichting Desiderata doorbladerde. Ik moest denken aan Franciscus Josephus Bonaventura Kruitwagen (1874-1954) en Maria Elisabeth Kronenberg (1881-1970).

Met "Het verloren lezen van Bonaventura Kruitwagen" (Tilburg, MMXXV) is opnieuw een Desiderata-uitgave verschenen die als glansrijk voorbeeld mag dienen voor auteurs en uitgevers. Fraai vormgegeven; in linnen gebonden met stofomslag en leeslint, gedrukt op stevig papier en overdadig geïllustreerd in kleur. Bijgevoegd werd (in envelop op naam) een losse facsimile van Bonaventura's 'Encycliek', het verslag van het verlies van zijn omvangrijke bibliotheek op 14 mei 1940 tijdens het bombardement van Rotterdam. De uitgave wordt afgesloten met een bronnenoverzicht, register op namen en een duidelijk colofon (boekproductie). Ik weet werkelijk niet hoe de directeuren van Desiderata (Ed Schilders, Peter IJsenbrant en Martin Hulsenboom), het telkens weer flikken maar deze bibliofiel - en naar ik vermoed elke boekenliefhebber - betaalt daar met liefde € 27,50 euro voor (excl. verzendkosten). Dan heb ik het nog niet eens gehad over de interessante en bijzonder boeiend geschreven inhoud.
De biblio-beschouwingen van Bonaventura Kruitwagen O.F.M. met inleidingen en uitweidingen van Ed Schilders vormen bij elkaar niets minder dan een tweede huldeboek voor deze sympathieke muggenziftende bibliograaf met zijn karakteristieke kuif.


Het eerste huldeboek verscheen ruim vijfenzeventig jaar geleden en werd uitgereikt op Sint-Bonaventura, 14 juli 1949, ter gelegenheid van zijn gouden priesterfeest en zijn vijfenzeventigste verjaardag aan 'pater Elephas' (in de nieuwe Desiderata-uitgave kunt u lezen wat Kruitwagen met olifanten had). Een dikke pil van bijna 500 bladzijden met los ingevoegde 'tabula gratulatoria', in blauwlinnen band uitgegeven bij Martinus Nijhoff in
's-Gravenhage. Onlangs kocht ik daarvan voor een paar euro een tweede exemplaar! Daarin zat namelijk los (maar niet los te koop): "Een wonderbare genezing bij het H. Sacrament van Mirakel te Amsterdam in het jaar 1472" (een overdruk uit het Eucharistisch Congresboek. Amsterdam, 1922 blz. 64-80). Het is nr. 203 in de lijst met geschriften van pater dr. B. Kruitwagen O.F.M. in het huldeboek. Niet zo maar een overdruk maar - in de beeldende taal van Ed Schilders - "een exemplaar met het DNA van de grootste kenner van de vroegste drukken en middeleeuwse handschriften". 


Zoals op de afbeelding te zien is staat rechtsboven met pen 'v.d.S' (van de schrijver) en rechtsonder in potlood 'B.K' (Bonaventura Kruitwagen) Leiden, 5 Oct. 1953 (Hij verbleef daar in de pastorie van de Hartebrugkerk, Haarlemmerstraat 106, zoals het inktstempel op de laatste bladzijde laat zien). Onderaan in potlood schreef hij: "Dit was nog vergeten. De proef was niet door mij gecorrigeerd" en links in de hoek: "Dit ex. kunt u houden (si placet)". Ik kan niet voor de onbekend gebleven ontvanger spreken maar mij behaagt het thans zeer zeker!

De historicus prof. dr. L.J. Rogier (1894-1974) hield tijdens de uitreiking van het Huldeboek een feestrede die volgens Ed Schilders "een schoolvoorbeeld van welbespraaktheid is" (blz. 76). Dat mag ons niet verbazen want van huis uit was Rogier Neerlandicus met een grote aandacht voor het zorgvuldig en correct gebruiken van de Nederlandse taal.


Van die feestrede bezit ik alweer lange tijd de schaarse uitgave die in 1949 'pro manuscripto' werd gedrukt in het Minderbroedersklooster te Alverna (Wychen). Dit "Huldewoord uitgesproken in de bijeenkomst ter ere van Pater Dr. Bonaventura Kruitwagen O.F.M. in de Grote Zaal van de Kamer van Koophandel te Rotterdam op 14 juli 1949 door L.J. Rogier", kocht ik destijds in de boekenkraam van Jos Albers (1954-2021) op het Waterlooplein.
Er zat/zit een briefkaart in van Maria Kronenberg gedateerd 19 augustus 1954 met een boodschap aan Rogier die goed leesbaar is, ondanks dat zij vond dat in vergelijking met Kruitwagens keurige en duidelijke handschrift dat van haar bestond uit vaak onleesbare krabbels: “Mijn hart.(elijke) dank voor de gezonden rede, die mij bij lezing weer evenzeer getroffen heeft als op die middag te Rotterdam. Ten overvloede heb ik nog even naar Alverna geschreven om te vernemen of men ons toestemming tot de herdruk geeft”.
En op de verso zijde “Ook de medewerkers van Het Boek verheugen zich over uw bereidwilligheid ons deze voortreffelijke rede af te staan”. Inderdaad werd Rogiers’ toespraak later afgedrukt in het tijdschrift ‘Het Boek’ (1912-1966).


Kronenberg was Kruitwagens leerling en vrouwelijke evenknie. Hij noemde haar zijn 'Haeretica mi' ('mijn beste kettertje'). Net als 'De Kruit' was zij een zeer begaafd bibliografisch onderzoeker van Nederlandse (post)incunabelen. Zij werd vooral bekend en geroemd door of om haar: "Nederlandsche bibliographie van 1500-1540", een driedelige uitgave (plus aanvullingen) samengesteld samen met de Haagse uitgever en antiquaar Wouter Nijhoff (1866-1947). Voor haar boekwetenschappelijke verdiensten ontving zij - evenals Kruitwagen- diverse onderscheidingen waaronder in 1951 een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam. Bij die gelegenheid verscheen: "Redevoeringen gehouden bij de verlening van het ere-doctoraat in de Letteren en Wijsbegeerte aan Maria Elisabeth Kronenberg op 17 September 1951" (Amsterdam, 1951). Een antiquarisch weinig voorkomende uitgave waarvan een exemplaar in mijn bibliotheek staat met opdracht: "Aan Lieselotte & Henri, ter herinnering aan 17 Sept. '51 van Maria Elisabeth Kronenberg" (haar broer Hendrik Kronenberg en zijn tweede vrouw Liselotte Käthe Birnbaum). Deze uitgave bevat twee toespraken. Van haar promotor prof. dr. W.G. Hellinga en van haarzelf waarin zij ondermeer zei: "Het verheugt mij, dat ook mijn hooggeachte promotor hier beiden met ere heeft genoemd: Wouter Nijhoff, de man van de grote lijn, het frisse initiatief: Pater Bon. Kruitwagen, de grootmeester van het detail. Een brief van de mij toen nog onbekende pater, na publicatie van mijn eerste tijdschriftartikel in 1912, opende de relatie. En pater Kruitwagen is het weer geweest, die mij enige jaren later met Nijhoff in verbinding bracht". Uitgebreid beschreef zij haar relatie met Kruitwagen en welke belangrijke rol hij in haar leven had gespeeld in juli 1954 in: "Het Boek" (serie 2, jrg. 32): "Na de dood van Pater dr. Bonaventura Kruitwagen".


In: "Het verloren lezen van Bonaventura Kruitwagen" zijn enkele door hem geschreven stukjes (zijn publicatielijst telt 376 nummers!) integraal overgenomen. De meest bekende daaronder is wellicht "Het zetfoutenduiveltje" dat in 1948 verscheen als tweede deeltje in de tiendelige serie 'Typografische Kruidtuin' bij de Haagse uitgeverij Trio. Het is feitelijk een vermeerderde en verbeterde heruitgave van het eerder verschenen artikel "Hoe men vroeger drukfouten bij het publiek aandiende" uit 'Het Tarief', uitgegeven door de 'Federatie Der Werkgeversorganisatie in Het Boekdrukkersbedrijf' (Kerstnummer 1925, blz. 14 t/m 19).
Van dat artikel verscheen in 1925 ook een losse overdruk ('Niet in de handel'). In 1954 werd het door Trio in een andere vormgeving opnieuw uitgegeven. Achterin wordt Kruitwagen gememoreerd. "De drukproef van de onderhavige herdruk van dit boekje was juist aan Pater Kruitwagen afgezonden toen bericht van zijn overlijden alle belangstellenden in de typografie, die hem gekend hebben, met oprecht leedwezen vervulde".


Behalve een integrale tekstweergave schreef Ed Schilders hierbij ook een hoofdstuk met "Het levensbericht van het zetfoutenduiveltje" (blz. 83) en een hoofdstuk "Gerenommeerde 'zetduivels'" (blz. 105). De laatste bevat zijn persoonlijke top tien met enkele hilarische voorbeelden. Een befaamde zetfout die ik in dit hoofdstuk miste - en waaraan zelfs een bibliofiele uitgave werd gewijd - zit in het zeldzaamste en wellicht kostbaarste boek van de twintigste eeuwse Nederlandse literatuur “Naenia”. Dit door Jan Toorop (1858-1928) geïllustreerde (lijk)dicht van P.C. Boutens (1870-1943) uit 1903 (er werden ca. 14 exemplaren van gemaakt) bevatte volgens de auteur 'een ondragelijke drukfout'.
In de laatste regel van de derde strofe staat ‘U’! 
De ingevoegde U moet een kleine u zijn en geen hoofdletter. Als U de letters nog gezet hebt staan, zag ik dit nog graag veranderd”, schreef Boutens destijds aan drukker Enschede.
Die moest de schrijver teleurstellen. Het zetsel was al uit elkaar genomen en het benodigde papier was op vanwege de vele drukproeven die Boutens had verlangd. Twintig jaar geleden beschreef Marco Goud dit smakelijk in: “Een ondraaglijke drukfout” (Woubrugge, 2005). Een uitgave van de Avalon Pers (oplage: 300 exemplaren) “uitgereikt aan de aanwezigen bij de overdracht van het Naenia-exemplaar van Karel Nijkerk aan de directeur van het Museum Meermanno en (-) toegezonden aan de patroons en begunstigers van het Museum”.


Met het verdwijnen van de letterzetters en het digitaal opmaken van teksten zijn tekstfoutjes echter allerminst verdwenen. Schrijven (en drukken) blijft nou eenmaal mensenwerk zoals Perkamentus maar al te goed weet en mijn blogredacteur Reinder Storm 'ontspijkert' daarom - zo goed mogelijk - al mijn teksten alvorens ik ze online plaats. 
Ook deze zeer verzorgde uitgave van de stichting Desiderata ontkomt er niet aan, al doet de locatie - in één zin met het woord - kwade opzet (met een knipoog van Ed Schilders?) vermoeden...

"In de Gazet van Limburg verscheen het overlijdensbericht op de voopagina, waar het zetduiveltje zijn oude tegenstander alsnog parten wilde spelen" (blz. 133).

zondag 13 juli 2025

Het jaar geboekt, juni 2025

In de rubriek 'Het jaar geboekt' (zie tabblad bovenaan) houd ik bij wat ik gedurende het lopende jaar per maand bij elkaar verzamel. Na afloop van de maand verplaats ik de lijst met aanwinsten naar de startpagina c.q. homepage en geef ik 'de cijfers'. In de rubriek blijven de voorgaande maand(en) als hyperlink aanwezig. Raadpleeg dus regelmatig de nieuwe rubriek om te zien of er aanwinsten zijn bijgekomen (of wacht op het maandoverzicht).

Juni 2025; de cijfers...

Totaal aantal objecten: 9.

Gekocht: 9.

Totaal uitgegeven: € 216,25 euro (incl. verzendkosten).
Gedeeld door 9 is gemiddeld: € 24,11 euro per object.

Via kringloopwinkel: 6 (1, 2, 3, 4, 5, 6).
Via boekenmarkt: 1 (8).
Via boekhandel: 1 (7).
Via (online) antiquariaat: 1 (9).

Modern: 7 (1, 2, 3, 4, 5, 6, 7).
Old & rare: 2 (8, 9).

Juni 2025: de aanwinsten...

Bij mijn lokale kringloop kocht ik deze maand 6 boeken (12, 3, 4, 5 en 6) voor in totaal
€ 16,25 euro.

1. A.Th. van Deursen: "Bavianen en slijkgeuzen. Kerk en kerkvolk ten tijde van Maurits en Oldenbarnevelt" (Franeker, 1991). Geschiedenis-klassieker!


2. A.Th. van Deursen: "De hartslag van het leven. Studies over de Republiek der Verenigde Nederlanden" (Amsterdam, 1996).


3. A.Th. van Deursen: "Een dorp in de polder. Graft in de zeventiende eeuw" (Amsterdam, 1994).


Alle boeken van Arie van Deursen (1931-2011) lezen als een trein en behoren tot de beste historische studies van De Republiek in de zeventiende eeuw. In mijn bibliotheek stonden enkele uitgaven al sinds lange tijd maar nu heb ik ze -  dankzij de kringloop -  vrijwel allemaal 'ingeruild' voor de gebonden/geillustreerde edities.

4. L. van der Heijden: "Huis te Vraag als wereld" (Wormerveer, 2007). Geschreven door de ietwat excentrieke beeldend kunstenaar en hovenier/beheerder (1938-2020) van deze verlaten Amsterdamse dodenakker op de plek van een sinds lang verdwenen oude buitenplaats met dezelfde naam.


5. "<<à compartiments'>> Mosaik-Einbände des 18. Jahrhunderts aus Frankreich" (Passau, 2019). Katalog LXXXIV Heribert Tenschert. Bij Tenschert koop je geen boeken voor bedragen die bestaan uit minder dan vijf cijfers... Deze catalogus met een collectie van 125 prachtbanden, die uitsluitend 'en bloc' (!) werd/wordt verkocht illustreert het hoge  (prijs)niveau van deze antiquaar voor miljonairs. Een 'odd find' in de kringloop van Amstelveen die mij € 2,50 euro kostte. Bij Heribert kun je deze rijk geïllustreerde en gebonden catalogus nog steeds kopen voor € 125,- euro!


6. W. Vroom: "Het wonderlid van Jan de Witt en andere vaderlandsche relieken" (Nijmegen, 1997). Leuk en curieus onderwerp. Een lijst van Staatse relieken, uit de vaderlandse geschiedenis, waaronder het/de stokje(jes!) van Oldenbarnevelt, de tong van Johan de Witt en de natuurlijk de boekenkist(en!) van Hugo de Groot.


7. G. van Tussenbroek: "De houten eeuw van Amsterdam. Bouwen, werken en wonen in de middeleeuwse stad 1275 . 1578" (Amsterdam, 2023). Standaardwerk gekocht in de ramsj bij boekhandel Scheltema in Amsterdam voor € 30,- euro.


8. A. de Graaf: "De houding van de overheid tegenover de prostitutie" (Alphen aan de Rijn, 1922). Tekst (met in de kantlijn annotaties in handschrift) van een voordracht gehouden voor de bond van inspecteurs bij de Amsterdamse politie op 15 januari 1922. Gekocht op de Amsterdamse Spui boekenmarkt voor € 20,- euro.


Vrij zeldzame titeluitgave (2 exemplaren in de STCN) van de editie uit 1723 (23 exemplaren in de STCN)! Gebonden in halfleren band. Gevonden bij de Amsterdam Antiquarian Bookstore waar oud Allard Pierson conservator Paul Dijstelberge de boeken verkoopt van de begin 2025 overleden Wilma (antiquariaat) Schuhmacher. Gekocht voor € 150,- euro.

vrijdag 27 juni 2025

De Carbolineum Pers in mijn bibliotheek

Net als bij Jos Swiers, eigenaar/drukker van De Althaea Pers (1943-2022) kwam het overlijden van Boris Rousseeuw, eigenaar/drukker van De Carbolineum Pers (1959-2024), mij pas laat ter ore. Daarom ging ook de expositie van zijn oeuvre, één jaar later - in het filiaal van De Slegte in Antwerpen - helaas geruisloos aan mij voorbij. Gelukkig kwam ik er wel op tijd achter dat ik bij datzelfde filiaal nog een exemplaar kon bestellen van: "Obrigado Boris" (Antwerpen 2025), dat bij de tentoonstelling in een beperkte oplage van ongeveer 200 exemplaren was verschenen (ik ontving het romeins genummerde exemplaar X). Deze exclusieve, goed verzorgde (geïllustreerde) uitgave bevat diverse verhalen en herinneringen van familie, vrienden en kunstenaars alsmede een titellijst van al het drukwerk dat tussen 1989 en 2024 bij De Carbolineum Pers verscheen. 


Ik had slechts sporadisch contact met Boris per e-mail of via mijn blog. Zelden hebben wij elkaar in levende lijve ontmoet maar één van die ontmoetingen vond plaats tijdens de Amsterdam International Antiquarian Book & Map Fair 2013 in de Passengers Terminal Amsterdam. Ik werd daaraan herinnerd toen ik op bladzijde 24 van "Obrigado Boris" onderstaande foto van Nick ter Wal zag (lees zijn in memoriam) van een trotse Boris met in zijn hand "Een kerkhoflied. Laatste gedichten" (Kalmthout, 2013) van Gerrit Komrij (1944-2012). Ik bezocht die beurs en sprak natuurlijk even met hem over Komrij en over diverse bibliofiele zaken. Wat ik mij daarvan vooral herinner was zijn verontwaardigde verbazing dat hij van het kerkhoflied nauwelijks wat verkocht. Zijn verbazing deelde ik toen niet.
De Amsterdam International Antiquarian Book & Map Fair was en is nou eenmaal een evenement waar vooral het oude boek centraal staat. Ik vond zijn verkoopstand daarom meer iets voor de (toen nog) jaarlijkse 'Boekkunstbeurs' in de Leidse Pieterskerk. 


Een beetje melancholisch en geïnspireerd door de Belgische bibliofiel Jan Bib (Jan van Herreweghe), die op zijn Facebook-pagina schreef dat hij in zijn bibliotheek een vijftiental publicaties bewaart van De Carbolineum Pers, besloot ik om - net als hij - een duik te nemen in mijn collectie om eens te inventariseren wat ik in de loop der jaren verzamelde/kocht van deze bijzondere Belgische private press.
Over mijn eerste kennismaking met De Carbolineum Pers heb ik lang geleden geschreven in: "Gek geworden" (2011). Het was bij boekhandel Minotaurus in de Amsterdamse Sint Antoniesbreestraat - een piepklein winkeltje waar destijds Nol Sanders de scepter zwaaide - dat ik 'blindelings en zonder aarzeling' “De Bibliomaen” (Kalmthout, 2010) kocht. Het is een gedichtje van de Gentse stadsarchivaris en dichter Prudens Van Duyse (1804-1859), dat in een oplage van slechts 55 exemplaren bij De Carbolineum Pers verscheen en waarvan ik nummer 25 sindsdien mag koesteren.


Niet lang daarna kocht ik bij Boris Rousseeuw de eerste integrale Nederlandse vertaling van het boek van Richard de Bury: “Philobiblon” (Kalmthout, 2006), nummer 61 van de vijfenzeventig, met de prospectus.
In "Obrigado Boris" wordt deze uitgave, 208 pagina's met de hand gezet (geïllustreerd door Bram Malisse), meermaals en in diverse bijdragen genoemd als het magnum opus van De Carbolineum Pers. Toegegeven, ook ik was onder de indruk van deze zorgvuldig vormgegeven Nederlandse editio princeps, zozeer zelfs dat ik vrijwel onmiddellijk na ontvangst (en met vriendenkorting) "Lof der stront" (Kalmthout, 2000, nummer 42 van de zestig)  kocht bij mijn Haagse boekenvrienden van antiquariaat Fokas Holthuis. 


In 2012 tekende ik in op: “Sonetti Lussuriosi” (Kalmthout, 2012), een pornografische erotische klassieker van Pietro Aretino (1492-1556). Gedrukt in een oplage van vijfenvijftig genummerde exemplaren gesigneerd door beide vertalers (een getrouwe vertaling door Jan-Paul van Spaendonck en een vrijere door Geerten Meijsing), met illustraties van Jimi Dams. Mijn exemplaar - op naam - is nummer 26. Ik schreef erover in: "Met rode oortjes" (2012). Apart hierbij hoort een in rood kartonnen omslag losbladig "Naar buiten met dat nawoord!" (blz. 139 t/m 156). Dit is een van de weinige uitgaven van De Carbolineum Pers gedrukt op A4 formaat. Inmiddels kende Boris mijn blog (zoals blijkt uit zijn commentaar bij: "Avonturen met Anna") en sindsdien stuurde hij mij diverse malen een fraai gedrukte prospectus (waarover ik schreef in: "Prospectus"). Ik bewaar ze in een aparte omslag en bezit er momenteel achttien. Vaak is het een enkel dubbelgevouwen blad met houtsnede maar twee daarvan zijn met een cahiersteek gebonden in een handgemarmerd omslag. Het gaat om het prospectus voor "De liefde is gelijck een zee" (Kalmthout, 2012), 48 onbekende drank- en liefdesliederen uit de achttiende eeuw met houtsneden van Isabelle Vandenabeele en: "Nihil obstat", waarover later meer.
Overigens ontving ik bij mijn "Sonetti Lussoriosi" helaas geen prospectus, want die waren op. Boris vond een goed alternatief en stuurde me in plaats daarvan een paar bladen proefdruk. Daar wordt toch elke bibliofiel blij van!


2019 was een rijk jaar met tal van aanwinsten van De Carbolineum Pers die ik allemaal bij Minotaurus kocht. Het begon in februari met O. Uzanne: "Bibliofiele verhalen. Gekozen, vertaald en toegelicht door Frans Willem Verbaas. Met pentekeningen van Stijn Felix" (Kalmthout, 2018). Mijn exemplaar (41) is een van de vijftig genummerde exemplaren.
Het eindigde dat jaar met de diep betreurde definitieve sluiting van Minotaurus. Bij de laatste uitbater - Hans van Daalen - sloeg ik destijds in de uitverkoop mijn slag en kocht ik maar liefst drie uitgaven voor boterzachte prijsjes. Het waren achtereenvolgens: J. Goudswaard (1870-1959): "Uit het leven van een boekenleurder" (Kalmthout, 2017). Dit is een bibliofiele heruitgave met een uitgebreid en lezenswaardig nawoord van verzamelaar/hoogleraar P.J. Buijnsters. Mijn exemplaar is genummerd 12 (van de tweede serie van vijftig genummerde exemplaren). Daarnaast verwierf ik J.-K. van West (1889-1969): "De opvoeding van de bibliofielen. Kanttekeningen van een boekbinder" (Kalmthout, 2018), nummer 33 (in kartonnen band) van de eerste druk van zestig genummerde exemplaren. De derde uitgave was de "Catalogus Librorum Werbrouck. Met een inleiding van Boris Rousseeuw" (Wildert, 1997). Geheel met de hand gezet en gedrukt op geschept Zerkall-papier (nummer 18 van de vijftig Arabisch genummerde exemplaren).


In 2020 verscheen bij De Carbolineum Pers: "Ton Kok. Zestig jaar antiquaar" (Kalmthout, 2020) in twee delen in cassette in een oplage van 50 genummerde exemplaren (ik bezit nummer 13). De herinneringen van Ton (die eerder verschenen in: "De Boekenpost") gingen er als zoete koek in. In 2023 volgde het tweede en laatste deel van zijn memoires getiteld: "Stapelen en omstapelen" (Kalmthout, 2023). Wederom fraai uitgegeven in cassette, oplage 50 genummerde exemplaren (daarvan staat hier nummer 16). Ik was er snel genoeg bij en kocht ze direct bij Boris. Een eendelige publiekseditie (4de verbeterde en aangevulde druk, oplage 300 exemplaren en gedrukt bij De Buitenkant) wordt thans nog steeds bij Kok verkocht voor vijfendertig euro.

In 2021 kocht ik bij Boris de uitgave van F.B. Hotz: "Joop, Jan en meneer Ginsberg" (Kalmthout, 2021). Het gaat om de jeugdherinneringen van schrijver F.B. Hotz (1922-2000) aan de Leidse antiquariaten en leest als een trein. Oplage: 65 genummerde exemplaren met geelpapieren band in cassette (ik heb hier nummer 12 staan).

Een smakelijke uitgave die prima past bij mijn kleine verzameling met uitgaven over scatologie. Deze uitgave is prachtig verlucht met 55 originele houtsneden van Isabelle Vandenabeele. Gebonden in kalfsperkament, in foedraal (net als "Philobiblon") en gedrukt in een oplage van 50 genummerde exemplaren (het is nummer 12 op naam van Peter Simoens, van wie ik het kocht).
Was dat het? Nee! 
Toen ik voor dit stukje op zoek ging naar alle besproken uitgaven en door mijn bibliotheek en dozen dwaalde vond ik ook nog: "Request van de Antwerpse boekbinders (1756)" (Wildert, 2002). Het is nummer 55 (van de 60) in kartonnen band met cassette (29 blz.) en: "Ordonnancie ende Coustume" (Kalmthout, 2012), nummer 188 (van 190), in bedrukte kartonnen omslag met cahiersteek. De laatste uitgave is tevens de eerste van de 'Vrienden van het Museum Plantin-Moretus/Prentenkabinet vzw(en nieuwjaarsgeschenk voor 2013). Ik moet ze beide ergens voor 2018 hebben gekocht, mogelijk via Boris die als 'Boekengek' ook via Boekwinkeltjes uitgaven van De Carbolineum Pers verkocht. Daar bood hij overigens als hobby-antiquaar ook veel interessant oud drukwerk aan.


Kortom, in mijn bibliotheek bevinden zich thans veertien uitgaven van De Carbolineum Pers (en achttien prospectussen). Ongetwijfeld komen er in de toekomst uitgaven bij en ik zal ze hieronder in een naschrift vermelden. Hoog op mijn wensenlijstje staat bijvoorbeeld: "De Laude Scriptorum" (Kalmthout, 2009) van Johannes Trithemius (de prospectus daarvan heb ik al). Kwestie van geduld, toeval en snuffelen...